Mark de Boer benoemd tot hoogleraar Infectieziekten

9 januari 2023
leestijd
Mark de Boer is per 1 oktober 2022 benoemd tot hoogleraar Infectieziekten, in het bijzonder antimicrobiële resistentie en antibioticabeleid. De komende jaren wil hij onder andere onderzoeken hoe we binnen de moderne geneeskunde moeten anticiperen op de wereldwijd toenemende antibioticaresistentie.

De Boer werkt sinds 2008 als internist-infectioloog bij de afdeling Infectieziekten. Daarnaast heeft hij een deelaanstelling bij de afdeling Klinische Epidemiologie. Verder is hij in het LUMC voorzitter van de Antibioticacommissie en is hij landelijk actief als voorzitter van de Stichting Werkgroep Antibioticabeleid (SWAB). Tijdens de COVID-pandemie was De Boer ook voorzitter van de commissie die verantwoordelijk was voor de nationale adviezen betreffende de medicamenteuze behandeling van COVID-19.

Antibioticagebruik en resistentieontwikkeling

De Boer doet onderzoek naar antimicrobiële resistentie en de behandeling van infecties. Daarbij brengt hij in kaart welke consequenties resistentieontwikkeling heeft op het toekomstige gebruik van antimicrobiële therapie. Ook kijkt hij naar de behandeling van complexe infecties, waarbij diverse vormen van resistentie vaak een rol spelen. Voorbeelden hiervan zijn studies naar het kiezen van de empirische behandeling bij ernstige schimmel- en bloedbaaninfecties. Of het onderzoek naar infecties waarbij een biofilm (een soort slijmlaag die bacteriën bescherming biedt tegen ons immuunsysteem en antibiotica, red) zich vormt op geïmplanteerd kunstmateriaal.

“De toenemende antibioticaresistentie heeft zowel nationaal als wereldwijd grote consequenties op de (verdere ontwikkeling van) moderne geneeskunde”, vertelt De Boer. Volgens hem zijn complexe procedures -zoals transplantaties- momenteel alleen mogelijk omdat infectieziekten als complicatie voorkomen of behandeld kunnen worden. “We willen daarom beter begrijpen hoe, en bij welke patiënten, we moeten anticiperen op de aanwezigheid van (multi-)resistente bacteriën als oorzaak van een infectie”, legt de hoogleraar uit.

Aanwezigheid voorspellen van resistente bacteriën

Antibioticagebruik en resistentieontwikkeling in ziekenhuizen, huisartspraktijken, maar ook in de veeteelt zijn volgens de hoogleraar wereldwijd met elkaar verbonden. “Het is cruciaal dat we de komende jaren echt stappen zetten met het ontwikkelen en implementeren van betere strategieën om resistentie tegen te gaan. Denk bijvoorbeeld aan het ontwikkelen van nieuwe- én alternatieven voor antibiotica”, aldus De Boer. Omdat de basisprincipes van antibiotic stewardship en kennis over antimicrobiële resistentie voor artsen steeds belangrijker worden, speelt goed onderwijs volgens hem daarbij eveneens een belangrijk rol.

De eerste stappen zijn inmiddels gezet. “We proberen onder andere met ‘artificiële intelligence’ (AI) de aanwezigheid van resistente bacteriën te voorspellen”, legt De Boer uit. “We doen ook uitgebreid onderzoek naar Staphylokokkenbacteriemie en prothese-infecties. In het laatste geval hebben we laboratoriummodellen ontwikkeld die we komende jaren willen gebruiken voor het testen van potentieel nieuwe antibiotica.”