Leendert Trouw benoemd tot hoogleraar Complementbiologie en -therapie

Trouw is zijn loopbaan in het LUMC begonnen in 1999  met promotieonderzoek op de afdeling Nierziekten, waarop hij in 2004 promoveerde. Na drie jaar als post-doc in Zweden te hebben gewerkt, koos Trouw heel bewust weer voor het LUMC. Hij startte als senior post-doc op de afdeling Reumatologie en groeide vervolgens door naar assistant professor en associate professor. In 2017 stapte hij over naar de afdeling Immunologie waar hij nu tot hoogleraar benoemd is.

Complement en antilichamen

Al sinds zijn promotietijd richt Trouw zich in zijn onderzoek op complement en antilichamen. “Het complementsysteem is een onderdeel van het aangeboren afweersysteem en speelt een belangrijke rol bij de verdediging tegen infecties. Helaas is dit systeem ook betrokken bij weefselschade bij zowel auto-immuunziektes en transplantaatafstoting.” In zijn onderzoeken heeft Trouw zich vooral gericht op de vraag hoe auto-antilichamen complement activeren en hoe het lichaam zichzelf beschermt tegen spontane en overmatige complement-activatie. Daarnaast heeft hij met zijn team ook veel onderzoek gedaan naar biomarkers, zoals autoantilichamen en complement-eiwitten in de context van auto-immuunziektes. Je kunt hierbij denken aan auto-immuunziektes als reuma en lupus, maar ook infectieziekten zoals tuberculose.

Komende jaren

Trouw wil zich de komende jaren specifiek richten op het lokaal remmen van complementactivatie bij auto-immuunziekten en transplantatie en op het lokaal versterken van complementactivatie bij kankertherapie. “Hierbij wil ik basaal en translationeel onderzoek combineren en meer samenwerken met de industrie. Ik wil het huidige complementonderzoek in het LUMC meer samenbrengen om zo optimaal onderzoek en vertaling naar de kliniek mogelijk te maken. Daarnaast wil ik het complementsysteem meer nadrukkelijk naar voren laten komen in het onderwijs in het LUMC en de Universiteit Leiden”, vertelt Trouw. “In het LUMC wordt al wel complement-remmende therapie toegepast, maar deze vorm van remming werkt door het gehele lichaam. Wij ontwikkelen nu therapeutica die lokale remming mogelijk moeten maken.”

Over vijf jaar?

Als we vragen aan Trouw wat hij over vijf jaar hoopt te hebben bereikt, antwoordt hij: “Ik hoop dat het LUMC over vijf jaar een internationaal centrum is voor complementonderzoek en dat we een sterk samenhangende brede onderzoekslijn hebben die basaal, translationeel en klinisch onderzoek combineert. Daarnaast zie ik grote mogelijkheden om verschillende van de experimentele therapeutica naar een volgende fase van klinische ontwikkeling te brengen en om meer biomarkers beschikbaar te hebben die informatief zijn voor belangrijke klinische beslissingen.”