Goede voornemens
Andere voornemens die we veel horen zijn: minder alcohol drinken, stoppen met drugsgebruik, minder vliegreizen maken, meer ontspanning zoeken, meer hulp aan anderen bieden, ‘groener’ leven en gezonder eten.
Bij veel van deze goede voornemens blijft het bij een gedachte, of lukt het maar kort om er ook echt mee aan de slag te gaan. Wat helpt eigenlijk om goede voornemens ook daadwerkelijk te laten slagen?
Natuurlijk zijn de succesfactoren voor ieder mens verschillend, maar er zijn wel een aantal tips te geven die voor veel mensen helpend zijn. Hier volgen er tien:
- Beperk het aantal goede voornemens. Twee goede voornemens waar je al je aandacht en energie op kunt richten hebben meer kans van slagen dan vier of meer.
- Bepaal een concreet doel. Meer sporten wordt dan bijvoorbeeld: drie keer per week een half uur hardlopen of 1 uur per week zwemmen. Of gezonder eten wordt: twee stuks fruit per dag eten.
- Laat het doel haalbaar zijn. Om vijf keer per week een uur te gaan sporten is voor de meeste werkende mensen met een gezin niet te realiseren. Maar één of twee keer per week lukt vaak wel.
- Neem kleine stappen binnen een reële tijdstermijn. Om 1 kilo af te vallen over een periode van 4 weken is realistischer en haalbaarder, en waarschijnlijk ook stabieler op termijn, dan 12 kg over een jaar.
- Doe het samen. Als je afspreekt om op een vast moment in de week samen met iemand te gaan sporten, dan zul jij, maar ook die ander, dat niet zo snel afzeggen. Je hebt immers een afspraak met elkaar. En daarnaast is het natuurlijk ook veel gezelliger dan alleen.
- Informeer anderen over je goede voornemen. Je goede voornemen kan immers consequenties hebben voor het gedrag van anderen. Als de ander weet dat je geen alcohol meer wilt nuttigen, zal hij of zij je het op een feestje ook minder snel aanbieden en ervoor zorgen dat er ook alcoholvrije dranken beschikbaar zijn. Dat maakt het voor jou makkelijker om je aan je voornemen te houden.
- Anderen informeren biedt ook sociale steun. Als iedereen op je werk weet dat je gestopt bent met roken, zullen ze wel eens vragen of je het nog steeds volhoudt en je complimenteren. En begrijpen ze het ook als je het even moeilijk hebt, of wat chagrijnig bent en zullen ze je door die moeilijke momenten heen trekken.
- Voor sommige mensen helpt het om kleine beloningen in het vooruitzicht te hebben als ze tussendoelen bereikt hebben. Of een grote beloning als ze een groot of belangrijk doel gehaald hebben. Anderen vinden beloningen maar kinderachtig, of ervaren meer ondersteuning door ‘straffen’ of iets niet mogen of iets niet doen als het niet lukt om het goede voornemen vast te houden. Volgens de psychologen werkt het mechanisme van belonen veel krachtiger dan dat van straffen, zoals de meeste ouders die kinderen opvoeden natuurlijk al lang weten.
- Intrinsieke beloning. Hiermee wordt bedoeld dat het doen of bereiken van iets een goed gevoel bij jezelf kan geven. Als het je gelukt is om een streefgewicht te bereiken dan kan dat een trots gevoel geven. Of als je als vrijwilligerswerk een keer in de week gaat koken in het buurthuis en je ziet dat de eenzame buurtbewoners genieten van je maaltijd. Ook dat kan je blij maken.
- Eigen keuze, laat je niet dwingen. Misschien is dit wel de belangrijkste succesfactor. Je goede voornemen heeft de meeste kans van slagen als het echt jouw keuze is, als je het zelf heel graag wilt, als je gemotiveerd bent om je doel te bereiken. Gedwongen worden geeft alleen maar weerstand.
Veel succes met jouw goede voornemens!
En bedenk, als het niet lukt: er is altijd weer een volgende dag om een nieuwe start te maken of weer verder te gaan. De aanhouder wint.
Irene van Vliet is chef de (poli)kliniek Psychiatrie in het LUMC.