Zoombies

7 april 2022
leestijd
Sinds de pandemie is er een enorme toename van online meetings. Met medewerkers onderling, maar ook met mensen in binnen- en buitenland. Dit heeft positieve aspecten. Zo moesten we als Duchenne onderzoekers en patiëntvertegenwoordigers eerst tussen de 30 en 90 minuten reizen voor een maandelijkse meeting in Utrecht. Inmiddels Is de reistijd 10 seconde naar ‘a computerscreen near you’.

Hierdoor is de gezamenlijke maaltijd komen te vervallen en daarmee ook de sociale interactie; de online meetings zijn efficiënter, maar niet per se leuker.

Ik sprak al eerder over een nieuwe vorm van jetlag door de online congressen die vaak plaatsvinden in de Amerikaanse tijdzone, waardoor het werk in Nederland tot 20:00 of 22:00 uur doorgaat. Hoewel jetlags vervelend zijn, ben ik inmiddels tot de ontdekking gekomen dat online conferenties in een andere tijdzone vermoeiender zijn. 

Congres achter de computer

Als je fysiek in de Verenigde Staten bent, en om 5 of 6 uur ‘s ochtends wakker wordt, kun je rustig e-mails beantwoorden en wat achterstallig werk doen. Daarna ga je naar het congres. Alles wat je tijdens het congres aan werk gedaan krijgt, is meegenomen. Niemand in het LUMC verwacht dat je reageert op e-mails of bij werkbesprekingen en overleggen aanwezig bent, want je bent elders. 

Bij een online congres weet iedereen dat je in Nederland bent. Ook staat je computer gewoon aan dus zal je e-mails zien, lezen en beantwoorden. Nog een ander nadeel: waar je bij een congres aan het einde van de dag meestal uiteten gaat of naar een georganiseerd diner, moet je bij een online congres tussendoor je eigen eten koken.

5-minutenbeleid

Ook het aantal  korte online meetings is enorm toegenomen. Niet zelden heb ik er 5 of 6 per dag. Allemaal van een uur en vaak achter elkaar gepland. Hierdoor is wat ik ‘watermanagement’ noem soms lastig. De National Institute of Health (NIH) heeft als beleid dat meetings 5 minuten voor het hele of halve uur moeten eindigen, zodat mensen tijd hebben tussen twee meetings door. Door al die online meetings is er ook weinig tijd voor het doen van ander werk en eindigt de dag vaker met een grotere to-dolijst dan hij begon. 

Goede voornemens

Ik denk dat we op zoek moeten naar een nieuwe balans. Aan het begin van het jaar had ik als goed voornemen niet meer dan 4 meetings per dag te hebben – ik hield het nog geen week vol. Voornamelijk omdat ik moeilijk nee kan zeggen tegen dingen die interessant lijken of dingen waarbij ik graag betrokken ben. Ik denk dat ik het nog een keer ga proberen. En dan neem ik het concept van de NIH om 5 minuten tussen meetings te hebben meteen mee. Kijken hoelang ik het deze keer volhoud…