Een verhuisdoos vol medicijnen

19 mei 2022
leestijd
De oude verhuisdoos vol gedoneerde medicijnen is zorgvuldig dichtgeplakt met tape en voorzien van een adreslabel: Stichting Bootvluchteling in Ede. De doos staat nu echter in Krakau, in een kliniek voor Oekraïense vluchtelingen. In de stad worden ruim 300.000 gevluchte Oekraïners opgevangen. Onvoorstelbare aantallen op een populatie van 750.000 inwoners.

Overal in de stad zijn opvanglocaties, voornamelijk in lege kantoorpanden. Er staan tenten op grote pleinen en de Airbnb-locaties waar normaal toeristen verblijven zijn nu slaapplaatsen voor Oekraïense gezinnen en vrijwilligers uit de hele wereld. De bewoners van Krakau zijn er nuchter onder. Het is het lot van de geografische locatie tussen twee wereldmachten. Dat maakt dat het in de geschiedenis nooit lang rustig is geweest op hun grondgebied: of ze worden zelf bezet of ze bieden onderdak aan vluchtelingen. 

Gedoneerde medicijnen

De medische kliniek van Stichting Bootvluchteling waar ik twee weken werk, bevindt zich in het oude stationsgebouw. We zien er zo’n 40 patiënten per dag. Oekraïners die net met de trein zijn aangekomen in de stad, maar ook vluchtelingen die al langer in de stad verblijven. De kliniek draait vooral op gedoneerde medicatie. Bijna dagelijks komen inwoners uit Krakau tasjes met medicatie brengen. Liefdadigheidsorganisaties komen langs om te vragen wat ze voor ons kunnen kopen in drogisterijen. En er komt medicatie uit Nederland. Iedere doos pakken we uit als een groots verjaardagscadeau. Want er is heel veel medicatie nodig. 

Onzekerheid

Oekraïense vluchtelingen kunnen gebruik maken van de reguliere zorg in Polen, maar door de enorme aantallen loopt het systeem vast en moeten mensen lang wachten om ingeschreven te worden. De kliniek fungeert als overbrugging naar de reguliere zorg en als acute zorgpost. We zien vooral vrouwen en kinderen, en mannen van 65 jaar of ouder. Meestal komen ze met milde klachten. Door de overvolle opvanglocaties hebben veel mensen last van luchtweginfecties of buikgriep. Mensen zijn ook op zoek naar medicijnen voor chronische aandoeningen, omdat ze die niet (voldoende) hebben kunnen meenemen toen ze op de vlucht sloegen. Denk aan bloeddrukverlagers, insuline en chronische pijnmedicatie. 

De patiënten zijn zichtbaar gespannen en bezorgd, maar staan te veel in een overlevingsmodus om hun emoties te delen. Vrouwen die vaker in de kliniek komen durven soms hun masker te laten zakken. Dan vertellen ze hoe de onzekerheid over hun achtergebleven echtgenoten, zonen of broers aan ze vreet. Moeders maken zich zorgen om de lichamelijke en psychische gezondheid van hun kleine kinderen die soms weken in een schuilkelder hebben gezeten in Marioepol zonder stromend water of elektriciteit. En waar moet je als gezin naar terugkeren als je huis is verwoest? De verhalen zijn schrijnend en confronteren ons iedere dag met de gruwelijkheden van deze oorlog.

Door merg en been

Terwijl ik de verhuisdoos openmaak in de hoop bruikbare medicijnen te vinden, komt mijn vaste tolk de kliniek in. Ze ondersteunt een vrouw. Haar huilen gaat door merg en been. Ik begrijp van de tolk dat ze net heeft gehoord dat haar zoon is omgekomen op het slagveld bij Kyiv. Geen medicijn uit de verhuisdoos kan haar grenzeloze pijn wegnemen. De tolk gaat naast haar zitten en laat haar huilen op haar schouder. Er wordt weinig gezegd. Dan zucht de vrouw diep en staat op. Ze wil de eerste trein naar Kyiv halen om bij haar zoon te zijn. Samen met haar dochter verdwijnt ze in de avond richting de treinsporen.

Martine de Vries is kinderarts en medisch ethicus. Ze werkte recent gedurende 2 weken in een medische kliniek van Stichting Bootvluchteling in Krakau.