Baby's van één ouder

16 juni 2022
leestijd
Voor de vorming van nageslacht zijn over het algemeen een mannetje en een vrouwtje nodig. Dit geldt voor vrijwel alle ‘hogere’ dieren die we kennen, van vissen tot kikkers en van vogels tot zoogdieren, inclusief de mens. Over het algemeen denkt men dat een soort hierdoor een betere overleving heeft.

Het DNA van twee dieren wordt namelijk gemixt waardoor nakomelingen eigenschappen van zowel de vader als de moeder hebben. Maar wat te doen als er geen partner in de buurt is?

Een partner lijkt essentieel voor de voortplanting 

Voor dieren waarbij het vinden van een partner een uitdaging is, simpelweg omdat er te weinig in de buurt zijn, komt het erop neer dat ze met uitsterven bedreigd gaan worden. Denk bijvoorbeeld aan de reuzenpanda. Maar er zijn spannende uitzonderingen, die meestal alleen waargenomen kunnen worden bij dieren die in gevangenschap leven. Een van de meest spraakmakende voorbeelden is van de komodovaraan. Deze grote eierleggende hagedis leeft op enkele Indonesische eilanden, maar ook in diverse dierentuinen. In enkele dierentuinen kwamen eieren uit van vrouwtjes die solitair gehuisvest waren, zonder mannetjes. En alle eieren die uitkwamen waren… mannetjes!

Normaal heeft een eicel de helft van het aantal chromosomen, en komt de andere helft van de spermacel; het bevruchte eitje wordt dan ‘diploïd’. Bij uitzondering kunnen de chromosomen spontaan verdubbelen in de eicel, en wordt deze vanzelf diploïd. Dit gebeurde ook bij die komodovaraan. Maar waarom werden er alleen mannetjes geboren? Dit heeft te maken met de geslachtschromosomen. Bij mensen zijn dit X en Y. Vrouwen zijn XX, mannen XY. Bij de varaan is het net even anders. Daar heten de geslachtschromosomen Z en W, en zijn de vrouwtjes ZW en de mannetjes ZZ. Een eicel begint als alleen Z of W. Als het spontaan verdubbelt kan het ZZ of WW worden. ZZ zijn mannetjes, WW is niet levensvatbaar, vandaar alleen de mannetjes.

Wat kan dit voor nut hebben? 

Doordat de vrouwtjes via deze manier van voortplanting (parthenogenese) alleen mannetjes kunnen vormen, zorgt dit proces voor het herstel in de balans van de sekse-ratio en kunnen in de volgende generatie weer vrouwtjes met mannetjes paren. Komt zoiets vaak voor? In de natuur weten we niet of dit voorkomt, omdat moeilijk is na te gaan of een vrouwtje wel of niet heeft gepaard. Een ander voorbeeld in gevangenschap is dat van de Californische condor. Dit dier was zo zeldzaam geworden dat men in 1987 besloot alle dieren te vangen om te fokken. Ook bij dit dier bleken eieren uit te komen van ongepaarde vrouwtjes, en ook hier kwamen alleen mannetjes uit deze eieren. En inderdaad: ook bij vogels zijn de vrouwtjes ZW en de mannetjes ZZ.

Kan dit ook bij mensen voorkomen? 

Bij mensen zijn vrouwen XX en mannen XY. Als hetzelfde zou voorkomen als bij varanen en vogels zou een eitje van een vrouw alleen XX kunnen worden, en dus een meisje. Bij mensen zou dit proces dus niet leiden tot een herstel van de sekse-ratio. Zo’n onbevlekte ontvangenis is nooit beschreven, ook niet bij muizen. Al kunnen wetenschappers wel het DNA van de eicel van een muis dupliceren. Het resulterende embryo kan wel innestelen in de baarmoeder maar stopt relatief snel met de ontwikkeling en is niet levensvatbaar. Dit komt omdat bij zoogdieren, zoals de muis en de mens, de baby in de baarmoeder groeit, en niet buiten het lichaam zoals bij een vogelei. Voor een onbevlekte ontvangenis bij de mens waarna een jongetje geboren wordt is dan ook een wonder nodig. 

Dr. Susana M. Chuva de Sousa Lopes, afdeling Anatomie en Embryologie, LUMC

Dr. Bernard A.J. Roelen, Faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht