Het kan verkeren

21 januari 2021
leestijd
Nu we inmiddels al geruime tijd in de tweede coronagolf zitten, worden een aantal verschillen met de eerste golf pijnlijk duidelijk.

Waar aan het begin van de coronacrisis veel waardering en respect was voor zorgprofessionals, moet zorgpersoneel het nu steeds meer ontgelden met weerstand en agressie. Vaak voortkomend uit onbegrip als familie of naasten worden aangesproken op het niet naleven van de coronarichtlijnen.

Meer agressie 

De vakbond voor zorgprofessionals, NU’91, bracht in september de resultaten van een peiling onder zo’n 1200 leden naar buiten. Daaruit bleek dat 60 procent van hen in de afgelopen maanden geconfronteerd werd met meer agressie en boosheid op de werkvloer. Bijna een kwart heeft zelfs fysiek geweld ervaren. Daarbij kan worden gedacht aan slaan, schoppen en bijten. Wat een contrast met de eerste golf, toen mensen klappend op straat stonden en bloemen uitdeelden bij de uitgangen van de ziekenhuizen. 

Ongekende wetenschappelijke prestatie

Waar er aan het begin van de coronacrisis enorm vertrouwen was in de wetenschap en experts, is er nu vooral kritiek, ongenoegen en veroordeling van op wetenschap gestoelde maatregelen die te veel, te weinig, te vroeg of juist te laat zouden zijn. Maar het is juist ongelooflijk wat internationale wetenschappelijke samenwerking op het gebied van corona ons heeft gebracht in korte tijd. We weten nu zoveel meer over het virus dan tijdens de eerste golf. De vaccinatie-ontwikkeling is een prestatie van ongekende omvang. Natuurlijk, de wetenschap heeft nog niet overal een antwoord op. Beleidsmakers ook niet. We leven nog steeds in een situatie van onzekerheid en onvoorspelbaarheid. 

Onenigheid over feiten

Het verschil met de eerste golf lijkt wel te zijn dat we het intussen niet meer eens worden over de feiten. Feiten over besmettelijkheid, over de impact van de pandemie op het zorgstelsel, maar ook het simpele feit dat we bepaalde zaken nog niet weten. En als er onenigheid is over de feiten, dan komen wel al helemaal niet toe aan het waarderen van die feiten en het formuleren van gerechtvaardigd beleid. Als we de autoriteit van wetenschappelijke uitspraken niet meer erkennen, is er geen basis voor een dialoog over wat die uitspraken zouden moeten betekenen voor maatregelen.   

Weer in gesprek gaan 

Het zou zo mooi zijn als we weer terug zouden kunnen keren naar het solidariteitsgevoel aan het begin van de eerste golf. Dat we in gesprek kunnen gaan over wat we nog niet weten, over onze onzekerheden en over de onvoorspelbaarheid van de situatie. En dat we kunnen erkennen dat empathie voor de harde werkers in de zorg kan bestaan naast begrip voor ontredderde patiënten en naasten, naast steun voor sectoren die economisch verliezen en naast respect voor degenen die aan het roer staan en uiteindelijk beslissingen moeten nemen. 

Martine de Vries is kinderarts, medisch ethicus en hoogleraar Normatieve aspecten van de geneeskunde.