Nieuwe hoogleraar gaat voor de beste zorg voor patiënten met jeugdreuma
Veel mensen zijn verbaasd als ze horen dat kinderen ook reuma kunnen krijgen, vertelt Ten Cate. Met ongeveer 3000 jeugdreumapatiënten in Nederland is de ziekte dan ook vrij zeldzaam. “Een huisarts die veertig jaar een praktijk runt, ziet misschien in al die tijd maar een kind met jeugdreuma”, aldus ten Cate. Ze ziet meer aandacht voor jeugdreuma dan ook als een van haar taken als hoogleraar. “Het gaat me om bewustwording zo breed mogelijk: van de opleiding geneeskunde, tot huisartsen en nascholing aan medisch specialisten. Jeugdreuma moet zo vroeg mogelijk worden herkend.”
Samenwerken
Om de beste zorg te garanderen, hebben de Leidse kinderreumatologen samenwerking gezocht met hun collega’s in Rotterdam en Amsterdam. “Binnen KRANS, zoals we de samenwerking noemen, doen we samen onderzoek, leiden we nieuwe generaties kinderreumatologen op en overleggen over patiënten. Elk centrum heeft zijn eigen expertise, dus het doel is om de patiënt zo snel mogelijk op de juiste plek terecht te laten komen.”
Er gaat al veel goed, maar het kan altijd beter, vindt Ten Cate. Zo wil ze bijvoorbeeld verder met haar onderzoek naar de genetische achtergrond van jeugdreuma. “De eerste vraag van ouders is altijd: hoe ziet de toekomst eruit? Door middel van genetica-onderzoek hopen we hier een beter antwoord op te krijgen.” Ook loopt een studie naar de vraag of behandeling met meerdere medicijnen tegelijk een gunstig effect heeft.
Micronaaldjes
De focus van haar werk is altijd ingegeven voor vragen en zorgen van ouders, vertelt Ten Cate. Dat kan soms heel simpel zijn. “Kinderen houden niet van prikjes, maar veel reumamedicijnen moeten worden geïnjecteerd. Ik ben daarom samen met het CHDR bezig met onderzoek naar micronaaldjes. Die zijn zo klein dat je er pijnloos mee kunt injecteren. Binnenkort starten we met een vervolgstudie bij gezonde vrijwilligers.”