Blog: Over de randen van de wetenschappelijke disciplines

14 maart 2019
leestijd
Op 21 maart komt er een einde aan mijn lidmaatschap van De Jonge Akademie (DJA). Het lidmaatschap opende mijn ogen voor de breedte van de wetenschap.

Waar anders zit je aan tafel met een expert op het gebied van handschriften, Engelse literatuur, begrafenisrituelen in de oudheid, stress, artificial intelligence, de tijd vlak na de oerknal en mijn eigen genetica van Duchenne (en nog 43 andere onderwerpen)?

De DJA is onderdeel van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen en bestaat uit een select gezelschap van 50 jonge in Nederlands werkzame onderzoekers uit verschillende vakgebieden. Ieder jaar komen er tien nieuwe leden bij en zwaaien er dus ook tien oud-leden af. Het mooie van dit systeem is dat er met de regelmatige instroom van nieuwe leden veel dynamiek is en dat de leden actief zijn. Als je iets wilt doen of bereiken moet het immers binnen die vijf jaar. 

Wetenschap naar maatschappij

Ik hield me binnen de DJA vooral bezig met het uitdragen van wetenschap naar de maatschappij. Dat is een van de speerpunten, naast wetenschapsbeleid, interdisciplinariteit in wetenschap en onderwijs en het onderhouden van internationale contacten met andere nationale jonge akademies. We organiseerden bijvoorbeeld een evenement om scholieren in contact te brengen met wetenschap door ze zelf experimenten te laten doen en we maakten een catalogus waarin geïnteresseerden een wetenschapper kunnen boeken voor een laagdrempelige lezing over zijn of haar vakgebied. 

Ook worden er leuke, laagdrempelige interdisciplinaire events georganiseerd – interscience – waarin wetenschappers uit verschillende vakgebieden hun visie geven op een onderwerp. De eerstvolgende is aanstaande 27 maart in Utrecht over onzekerheid. Deze en veel andere activiteiten blijven natuurlijk komen, maar per 21 maart dus zonder mij.

Young Academy Leiden

Maar - zo denkt u misschien – deze speerpunten en activiteiten zijn toch ook op lokaal academisch gebied belangrijk? Zeker. Een aantal universiteiten heeft dan ook een lokale versie van de Jonge Akademie. U heeft er lang op moeten wachten, maar sinds kort is er ook Young Academy Leiden (YAL), op initiatief van de Leidse leden van DJA in samenwerking met de Universiteit. De selectiecommissie heeft uit vele nominaties 13 prominente, enthousiaste Leidse wetenschappers geselecteerd met een zeer gevarieerde wetenschappelijk achtergrond, waaronder LUMC’ers Noel de Miranda en Maaike van der Putten. De YAL-leden worden op 20 maart formeel geïnstalleerd. 

YAL biedt de gelegenheid om over de grenzen van eigen disciplines heen te kijken, en een visie te ontwikkelen op wetenschap en wetenschapsbeleid bij de Universiteit Leiden. Tevens zullen de YAL-leden activiteiten opzetten voor andere jonge onderzoekers werkzaam bij de Universiteit Leiden, het LUMC, en het Leidse en Haagse bredere publiek. 

De eerste activiteit – in het kader van het 444-jarig bestaan van de Universiteit- wordt op dit moment voorbereid. Houd ze in de gaten zou ik zeggen. 

Annemieke Aartsma-Rus is hoogleraar Translationele Genetica. Ze houdt zich intensief bezig met het zoeken naar nieuwe therapieën voor Duchenne spierdystrofie